Gemeentebrief
Gemeentebrief
Van U is de aarde. Als dominee ben je verplicht om nascholingscursussen te volgen, maar voor mij voelt dat als een voorrecht en een verrijking. Vorige maand volgde ik twee lange en intensieve cursusdagen van de Protestantse Theologische Universiteit, met het thema: ‘Van U is de aarde.’ In het christelijk geloof belijden we dat de aarde Gods schepping is en de plaats waar God zich openbaart. Maar wat betekent dat in een tijd waarin klimaatproblemen en ecologische crises zich aan ons opdringen? Want de grond wordt bedreigd, de aarde wordt uitgeput, de biodiversiteit in de bodem staat zwaar onder druk. Het is de vraag of de menselijke soort het overleeft, en of vele andere levensvormen het overleven. Hoe verhouden wij ons tot de aarde die we bewonen en bewerken? Een filmpje van het PThU-onderzoeksproject over grond zegt het nog wat duidelijker: ‘Grond. We kunnen niet zonder. We zijn ervan gemaakt. We bezitten, beheren, bewerken de grond. En als we sterven wordt het lichaam van velen van ons neergelaten in de grond, bedekt met grond. Mensen zijn niet los te denken van de grond. Grond draagt ons bestaan. Grond staat centraal in het verhaal van God met mensen, al sinds het begin. Genesis vertelt dat God ‘van het stof van de aardbodem’ de eerste mens maakt. Adam, aardling. Grond loopt als een rode draad door de Bijbel. Er wordt grond gegeven, grond vervloekt, grond beloofd. Er wordt met grond gehandeld en voor de grond gezorgd. De aarde brengt voort en de aarde verzwelgt. De grond wordt omgeploegd, bebouwd, en soms een jaar met rust gelaten. Rentmeesters stoppen er talenten in en graven die weer op. God is de heer van de wijngaard, is de grondbezitter met loonwerkers, is de boer die zaait in de akkers en oogst. Is de tuinman…´ Tijdens deze dagen werden we erbij bepaald wat grond met ons doet. Wat hebben het landschap en de geschiedenis van de plaats waar je woont en werkt te vertellen? Het maakt wat uit of je in een dorp op Walcheren woont of in een stad als Amsterdam, maar wat en hoe dan? En hoe heeft onze geboortegrond ons leven bepaald? Bij mij kwam de herinnering weer op aan mijn vader, die werkte in de kweekkassen op de begraafplaats van de gemeente Ridderkerk en daar onbeschermd met gif spoot. Ik speelde er onbekommerd als kind en genoot van het oorverdovende gezoem van insecten. Maar het werk maakte hem ziek en ik ben kritisch geworden op insecticiden en gevoelig voor de wijze waarop onze planten, bloemen, groenten en gewassen geteeld en verbouwd worden. Ik las van tevoren een boek over Goed eten. Filosofie van voeding en landbouw en hield daar samen met een collega een presentatie over. De schrijver, Michiel Korthals, heeft als centrale stelling dat er een grote kloof is tussen productie en consumptie. We weten nauwelijks meer waar ons voedsel vandaan komt en hoe het geproduceerd wordt. We raken vervreemd van wat goed eten is en raken overspoeld door ultrabewerkt voedsel en fastfood. Korthals laat zien dat we weer opnieuw voedselvaardigheden moeten leren: goed eten bereiden is net zo belangrijk als goed leren lezen en schrijven. Voordat ons voedsel op ons bord komt, heeft het een hele weg afgelegd en je kunt er tal van vragen bij stellen. Waar is het verbouwd en onder welke omstandigheden (arbeid en milieu), hoeveel kilometers heeft het afgelegd, hoe is het bewerkt, waar blijft de winst hangen? Tijdens de cursusdagen raakten we ook aan de problematiek van boeren, van wie velen proberen om over te schakelen naar een duurzamere landbouw of veeteelt, maar stuiten op ingewikkelde regelgeving en tal van dilemma’s. We luisterden naar stemmen van klimaatactivisten. We gingen op excursie bij een biologisch-dynamische tuinder die vertelde hoe je het land rust kunt geven, braak kunt laten liggen (levensles om een tijd niets te doen!), hoe je met respect met de bodem kunt omgaan. Wat het mij (opnieuw) geleerd heeft, is dat we als mensen samen met alle levende wezens een groot ecosysteem vormen, we zijn deel van een groter geheel. Een mooie uitspraak: ‘We zijn als mensen een goddelijke variatie van het bodemleven.’ De natuur staat niet tegenover ons, we zijn zelf natuur. We beheren de schepping niet, we zijn zelf met alle levende wezens schepping en zijn geroepen om zorgvuldig en met respect om te gaan met wat de aarde ons geeft. En ook heb ik een groter besef gekregen hoe belangrijk grond is. De aarde doet ertoe, zonder aarde en goede grond geen leven. Dat is iets om in geloof en liturgie bij stil te staan. En om ernaar te handelen. Eeuwout Klootwijk | ||
terug | ||