Bidden: het meest intieme gesprek: Psalmen Bidden: het meest intieme gesprek: Psalmen
Bidden: het meest intieme gesprek

Soms laat ik in de diensten een psalmtekst horen in de bewerking van Gerard Swüste, theoloog, programmamaker. In zijn boek Altijd hetzelfde lied heeft hij een eigen bewerking gemaakt van de 150 psalmen.

Psalmen omschrijft hij als volgt:
‘Psalmen komen recht uit het hart. Het hele scala aan gevoelens, van blijdschap, verdriet, hoop en wanhoop, is in deze oeroude liederen terug te vinden. Psalmen zijn daarom ‘vroom’ te noemen in de Oudnederlandse betekenis van ‘moedig’. Ze zijn opstandig, doen openhartig hun beklag bij God, uiten in felle bewoordingen hun mening over een medemens. Ze verwoorden wat een mens in zijn binnenste kan beleven tijdens zijn zoektocht naar gerechtigheid, vrede en geluk.’

Psalm 38 begint bij hem zo:

‘Jij, laat me niet boeten, al ben je woedend.
Sla me niet, al ben je kwaad!
Je pijlen hebben me getroffen,
je hand drukt zwaar op mij.
Geen gezonde plek meer op mijn lijf, want jij bent kwaad;
geen rust in mijn botten, want ik zat fout’.

Er spreek de ervaring uit nergens meer te zijn. De ik-figuur voelt zich belaagd, en weet geen ander adres dan God zelf. God maakt het hem moeilijk, en tegelijkertijd komt hij telkens weer bij God uit.

In de bundel Psalmen anders, de aanvulling bij Liedboek waaruit we soms zingen, staat een fraaie bewerking door Margryt Poortstra.

Het is een gesproken tekst met een antifoon.
De antifoon vat de psalm samen, en wordt eerst voorgezongen en dan door allen herhaald:

‘In scherven ligt mijn hart,
herstel in mij mijn onvermogen.’

En dan volgt een hedendaagse ontboezeming, Psalm 38 in hedendaagse taal:

‘Hoe ik zou moeten zijn, weet ik,
maar gebroken ben ik, bezweken
onder wat van mij wordt gevraagd.
Ziek ben ik ervan. Mijn geweten
speelt op en mijn hele lichaam doet pijn.
antifoon

Lef had ik moeten tonen, maar ik wilde
niet horen. De woorden bleven
steken in mijn keel
antifoon

Gij weet dat ik anders wil zijn.
Met bonzend hart schreeuw ik
naar U: maak mij weer heel.
antifoon

Hier wordt verwoord hoe het voelt als je opgebrand bent, burn-out.
Je voelt je ziek omdat je de situatie niet kan veranderen.
En er is spijt omdat je op had moeten staan, en je hebt het niet gedaan.
Een psalm van onvermogen.
En juist door dit lied zo te zingen en uit te spreken, kan het een eerste erkenning zijn van je hopeloze situatie. Door het onder ogen te zien krijg je wellicht zicht op een nieuwe weg.

Ik vind dit een treffende vertolkingen. Zowel Gerard Swüste als Margryt Poortstra verwoorden hoe klein je je als mens kunt voelen door je onvermogen, door je falen, door je schuld. Of door factoren van buitenaf waar je geen vat op hebt. En je schreeuwt het uit, in jezelf, naar God.

Door het als antifoon op te pakken als gemeente til je de individuele klacht op in een groter geheel. Je uitgeteld zijn wordt omhoog gezongen. Dat is de kracht en de geest van de Psalmen.

Eeuwout Klootwijk



 
terug